klik op de witte balken om een nieuw blad te openen

Present Simple (onvoltooid tegenwoordige tijd)

 

Deze tijd heeft dezelfde vorm als het hele werkwoord (infinitive)

Alleen bij he, she en it krijg je een extra -s

I play - He plays

Let op! Een onderwerp als My sister kun je vervangen door she en dan krijg je dus een extra -s

My sister writes lots of letters, My dog (it) eats dogfood.

Vormen

 

I walk - Ik loop

He,she,It walks - Hij, Zij, Het loopt

You walk - Jij loopt

We walk - Wij lopen

They walk - Zij lopen

You walk - Jullie lopen

Gebruik A. Als je niet aan een bepaalde tijd denkt

 

Nurses look after patients.

Managers earn a lot of money.

Je geeft hier iets algemeens aan.

Gebruik B. Gewoontes

 

My mother always cooks great dinners. (denk aan de -s, my mother = she)

We never go skiing in winter.

Woordjes als always en never duiden vaak op gewoontes

Gebruik C. Feiten

 

Water boils at 100 degrees C. (water=it, dus een -s)

Cats eat fish.

Bij waarheden/wetenschappelijke feiten gebruik je een present simple

 

Spelling - uitzonderingen na he,she,it

 

bij werkwoorden die op een sisklank eindigen (s,ss,sh,ch,x) krijg je -es

She kisses, He boxes, Van Basten coaches

bij werkw. op -y krijg je -ies : hurry (haasten) He hurries, She marries, She cries

behalve als er een klinker voor de -y staat : He plays the piano

uitzonderingen: go - goes, do - does He always does his homework